Een dagbladhandel overnemen om er vervolgens een dagwinkel van te maken die ook nog eens ’s nachts geopend blijft, met dank aan de uitzondering op de wet op de openingsuren? Los van de vraag of het strookt met de geest van de wet, is het ook in de praktijk niet zo vanzelfsprekend.
Nachtwinkels hebben momenteel maar weinig opties om buiten de voorgeschreven openingsuren te openen. Een nachtwinkeluitbater die een dagbladhandel overneemt en omvormt tot dagwinkel, hoopt echter enkele vliegen in één klap te vangen. Hij ontwijkt erkenningen en vergunningen eigen aan een nachtwinkel, kan 24/24 de deuren open houden dankzij de uitzondering die dagbladhandels genieten en hij blijft een assortiment voeren dat dicht in de buurt zit van de nachtwinkel.
Toch zit in dat assortiment de achilleshiel voor wie persverkoop als dekmantel wil gebruiken om een nachtwinkel met dag- en nachturen te openen. De winkel moet namelijk de helft van de omzet blijven halen uit de verkoop van pers, rookwaren en loterij. Maar een uitgebreid persaanbod is niet typisch voor een nachtwinkel, zelfs niet als die ook overdag opent. Hebben de uitbaters een andere etnische achtergrond, dan is het ook een uitdaging om voldoende culturele voeling op te bouwen met zowel pers als product. Bovendien blinkt pers niet uit in rendabiliteit en moet het vaak de duimen leggen voor andere producten. Kranten en tijdschriften zijn op die manier kandidaat nummer één om onder druk te komen in een dagbladhandel die transformeert tot dagwinkel.
Het is ook de uitgevers niet ontgaan dat het aantal transformaties aanzwelt. Steve Desmet, Sales Manager bij DPG Media:
“We zien de laatste maanden een verhoogd aantal aanvragen van krantenwinkels die een dagwinkel willen worden. De aanvragen, vaak van winkels die zich omschrijven als ‘dagwinkel’, komen vooral uit stedelijke gebieden.”
Ook Tom Vermeirsch, Chief Commercial Officer bij Ubiway, ziet deze trend.
“Het aantal vroege winkels daalt en dat is jammer, want we compenseren die volumes nooit met wat nieuwe dagwinkels verkopen. Je ziet dat het aantal meters pers in die winkels beduidend lager ligt.”
Voor de uitgevers creëert de opgang van de dagwinkels een dilemma. Enerzijds is het belangrijk om het aantal verkooppunten op peil te houden, anderzijds heeft het geen zin om te leveren aan winkels die pers minder naar waarde schatten. “Wij benaderen iedere aanvraag op dezelfde manier”, benadrukt Steve Desmet.
“Als een dossier bij ons binnenloopt, dan bekijkt onze vertegenwoordiger samen met de uitbater hoe hij de verkoop van pers ziet. Voor ons als uitgever is het belangrijk dat we op de lange termijn een goede relatie met de verkooppunten kunnen opbouwen. Gaat het bijvoorbeeld om een winkel die nieuw opent, dan gaan wij altijd kijken. Ligt die zaak pal tussen twee bestaande perswinkels, dan moet je een goede afweging maken.”
Anders is het als een bestaande winkel die wordt overgenomen. Wie het handelsfonds van een krantenwinkel overneemt, passeert net als elke starter eerst langs AMP. De overnemer doet een aanvraag via het platform van AMP, dat doorgegeven wordt aan de uitgevers die hun goedkeuring geven voor de verkoop van hun persproducten, vertelt Steve Desmet.
“Leveringen aan krantenwinkels die worden overgenomen, hebben wij nog nooit geweigerd. Als de aanvraag binnenloopt, dan gaan onze vertegenwoordigers er langs. Daarop geven wij via het platform feedback aan AMP. Is de feedback positief, dan volgt de overnemer een opleiding bij AMP.”
Voor een uitgever is het met andere woorden zaak om in te schatten of een verkoper de essentiële bouwstenen van een goede persverkoop kent.
“Gaan we na de opleiding van de overnemer, effectief van start, dan gaan onze vertegenwoordigers nogmaals langs. Dan merk je toch dat het zo evident is om de finesses van persverkoop al meteen mee te hebben. Je moet als uitgever durven duidelijk maken dat twee kranten en twee magazines verkopen niet meteen gelijkstaat aan een volwaardig persaanbod. Wij willen zo’n uitbater op dat moment toch wat beschermen. Uiteindelijk betaalt hij voorschotten, structuurkosten, … Maar als hij de gevolgen kent en graag pers aanbiedt, dan kunnen wij zijn aanvraag niet weigeren.”
Onwetende winkeliers helpen, valt enkel aan te moedigen. Maar wat als de overnemer de persverkoop vooral ziet als een dekmantel om de winkel langer open te houden? De affectie met de persverkoop is dan minder groot omdat andere producten meer winst opleveren. Steve Desmet:
“Wanneer we merken dat ‘de wens om pers te verkopen’ een dekmantel is om gewijzigde openingsuren te kunnen verkrijgen of behouden, dan zullen we hier ook de nodige maatregelen in voorzien.”
Bij AMP trekt Tom Vermeirsch de discussie open.
“Dit gaat in essentie over de vraag wat een krantenwinkel precies is. Wat zijn de criteria om onder de definitie van een krantenwinkel te vallen? Voor ons is het dan ook enorm belangrijk om objectieve parameters vast te leggen. De openingsuren zijn er daar één van, samen met het aantal meter pers en de visibiliteit. Met alle respect, maar een winkel die ’s avonds opent en tot vier uur openblijft, maar zich een dagwinkel noemt, is geen dagbladhandel.”
Vermeirsch doet dan ook een oproep aan alle betrokkenen om dit verder uit te klaren.
“Distributeurs, uitgevers en federaties moeten dit samen bekijken, want dit hangt ook samen met andere dossiers. Denk maar aan het voorstel om de verkoop van rookwaren te limiteren tot de krantenwinkels. Dat kan enkel als duidelijk is welke zaken onder die noemer vallen. Hierover een beslissing maken zou een belangrijke stap zijn, die meteen ook komaf maakt met de misbruiken.”(wt)
Wilt u meer weten over de wetgeving op openingsuren? Lees dan zeker de artikels ‘Dagbladhandels willen dagwinkel worden‘ en ‘Pers is belangrijk voor ons‘.