De overheidsmaatregelen tegen Corona brachten ook heel wat wijzigingen met zich mee in de steun die de overheid voorziet voor bedrijven. De precieze gevolgen daarvan zijn niet altijd duidelijk, dus zetten we wat al geweten is graag op een rijtje. Waarop kan je als krantenwinkel rekenen en wat zijn andere mogelijke pistes om steun te genieten?
Bevoegde instantie: VLAIO
Naast de hinderpremie voor bedrijven die verplicht moeten sluiten, creëerde de Vlaamse overheid een compensatie voor ondernemingen die wel actief bleven maar door de crisis hun inkomsten sterk zagen dalen. Het gaat om een premie van 3.000 euro.
Ja, tenzij uw winkel in Brussel is gevestigd (zie onder). In Vlaanderen geldt de premie voor alle bedrijven en zelfstandigen met een aantoonbaar omzetverlies van 60% of meer tussen 14 maart 2020 en 30 april 2020. Belangrijk: het moet gaan om een daling met 60% tegenover dezelfde periode vorig jaar en dus bijvoorbeeld niet ten opzichte van de maanden voor het uitbreken van de crisis.
Startende krantenwinkels kunnen geen vergelijking maken met de omzet van een jaar geleden. Voor hen wordt een vergelijking gemaakt ten opzichte van het neergelegde financiële plan.
Deze compensatiepremie kan je aanvragen via een toepassing bij VLAIO. Het zal volstaan om hiervoor een verklaring op eer af te leggen waarin je aangeeft dat je omzet tussen 13 maart en 30 april 2020 met meer dan 60% is gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Blijkt achteraf op je BTW-aangifte dat de omzetdaling geen 60% bedroeg, dan zal dit bedrag worden teruggevorderd.
Bijkomende informatie via VLAIO.
Dagbladhandelaars in Brussel maken geen aanspraak over de compensatiepremie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4.000 euro. Die blijft voorbehouden aan winkels die verplicht zijn te sluiten. Wel bestaat er een Brusselse compensatiepremie van 2.000 euro voor ondernemers met minder dan 5 werknemers die een belangrijk omzetverlies lijden. Welke sectoren daarvoor in aanmerking komen, is echter nog niet bepaald.
Bevoegde instantie: Rijksdienst voor de sociale verzekering der zelfstandigen (RSVZ)
Het overbruggingsrecht is een sociaal recht voor zelfstandigen in hoofdberoep, dat werd versoepeld naar aanleiding van de Corona-crisis. Je komt in aanmerking wanneer je door het Corona-virus je winkel verplicht moet sluiten of minstens zeven dagen vrijwillig sluit (uit voorzorg of omdat je te weinig klanten hebt). Wie op basis van die voorwaarden sluit, heeft recht op een uitkering van 1.291,69 euro (of 1.614,10 euro met gezinslast).
Ja, zelfstandigen in hoofdberoep, meewerkende echtgenoten (aangesloten in het maxistatuut) en zelfstandigen in bijberoep die minstens de minimumbijdrage in hoofdberoep betalen (745,51 euro per kwartaal), kunnen het overbruggingsrecht aanvragen. Dus ook zelfstandigen die pas na 1 januari 2019 zijn gestart of zelfstandigen die nog onbetaalde sociale bijdragen hebben. Zelfstandigen in bijberoep die lagere sociale bijdragen betalen, gepensioneerden, student-zelfstandigen en zelfstandigen met gelijkstelling bijberoep kunnen het overbruggingsrecht niet aanvragen.
De cruciale voorwaarden zijn dat je verplicht moest sluiten of dat je door het coronavirus je activiteiten minstens zeven opeenvolgende dagen onderbreekt (bijvoorbeeld omdat je weinig klanten hebt of uit voorzorg). In dat geval mag je tijdens die zeven dagen in principe geen enkele activiteit meer uitoefenen. Krantenwinkels moesten op 14 maart verplicht sluiten en kunnen daarvoor dus de volledige uitkering (1.291,69 euro of 1.614,10 euro) aanvragen voor de maand maart. Wie in april minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen sluit kan een tweede maal de volledige uitkering aanvragen en hetzelfde geldt voor de maand mei. Het bedrag wordt niet pro rata herrekend (bijvoorbeeld naar 1 of naar 7 dagen). Het pro rata herrekenen gebeurt enkel voor het niet-Corona gerelateerde overbruggingsrecht (bijvoorbeeld wie moet sluiten voor waterschade of brand).
Een eerste specifieke situatie is de krantenronde. Was je op 14 maart verplicht gesloten, maar hield je wel een krantenronde dan vormt dat geen probleem. Dagbladhandels die een krantenronde deden op 14 maart komen eveneens in aanmerking voor het overbruggingsrecht. Het volstaat dat een deel van de activiteiten verboden is, een krantenronde vormt dus geen beletsel voor het krijgen van het overbruggingsrecht.
Een tweede specifiek probleem is een eventuele arbeidsongeschiktheid. Word je arbeidsongeschikt, bijvoorbeeld omdat je als uitbater COVID-19 opliep, dan behoud je het overbruggingsrecht als je in de loop van de maand minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen lang je activiteiten onderbreekt zonder dat die dagen gedekt zijn door ziekte-uitkeringen. Het is met andere woorden opletten geblazen om in zo’n geval in te schatten wat de juiste maatregel is. Wie ziek wordt, heeft immers recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering via het ziekenfonds, op voorwaarde dat je minstens acht dagen arbeidsongeschikt bent. In dat geval ontvang je vanaf de eerste dag een uitkering.
Het sociaal overbruggingsrecht aanvragen kan via je sociaal verzekeringsfonds.
Bevoegde instantie: Vlaams Agentschap voor Innoveren & Ondernemen (VLAIO)
Bij het uitbreken van de Corona-crisis raakte bekend dat de Vlaamse Regering een corona hinderpremie voorziet voor alle ondernemingen en winkels die volledig moeten sluiten. Alle ondernemers die getroffen zijn door een volledige sluiting krijgen een eenmalige premie van 4.000 euro en als ze na 21 dagen hun zaak nog moeten gesloten houden een bijkomende vergoeding van 160 euro per dag.
Neen, tenzij u in Brussel bent gevestigd (zie onder). Vlaamse krantenwinkels mogen openen en vallen dus niet in de groep van winkels die deze premie kan aanvragen. Onze redactie kreeg zéér frequent de vraag van dagbladhandelaars of ze bij een vrijwillige sluiting ook op de premie kunnen rekenen. We kregen daarover een duidelijk bevestiging: het principe blijft dat deze premie enkel geldt voor winkels die verplicht sluiten.
Winkels die verplicht zijn te sluiten, maar daarnaast overschakelen op afhalen (bijvoorbeeld restaurants) blijven recht hebben op de premie. Ook hier vallen krantenwinkels die sluiten, maar hun krantenronde blijven doen, dus zeer onfortuinlijk uit de boot.
Je kan een aanvraag voor een hinderpremie ook perfect combineren met het overbruggingsrecht.
Winkeliers die vanuit die bijvoorbeeld voor de verplichte sluiting op 14 maart een premie willen aanvragen, krijgen de raad om dit via de website van VLAIO te doen. Voor alle duidelijkheid en zoals hierboven vermeld: de krantenwinkels die vrijwillig hun winkel hebben gesloten komen tot nader orde niet in aanmerking voor deze premie. Om de elektronische steunmaatregelen van Agentschap voor Innoveren & Ondernemen te kunnen gebruiken moet je jouw winkel registreren op het online platform. Je krijgt toegang tot het online platform via een identiteitscontrole via het Toegangsbeheer van de Vlaamse overheid en als je over de juiste gebruikersrechten beschikt. Na identificatie en mits de juiste rechten kan je een steunaanvraag indienen.
In Brussel is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor de Corona hinderpremie en daar kan u als Brusselse krantenwinkel wel aanspraak maken op de 4.000 euro. In principe is de Brusselse hinderpremie er voor winkels die moeten sluiten, maar de Brusselse regering geeft krantenwinkels een uitzondering op die regel. Aanvragen kan via het het aanvraagformulier op de website van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bevoegde instantie: Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling (RVA)
Kies je voor tijdelijke werkloosheid, dan krijgt je winkelpersoneel 70% van het gemiddeld geplafonneerd loon (geplafonneerd op 2.754,76 euro) als uitkering. Hierop wordt nog bedrijfsvoorheffing ingehouden van 26,75%. Wel zal de RVA bovenop de tijdelijke werkloosheidsuitkering een complement van 5,63 euro per werkloosheidsdag betalen (in een zesdagenstelsel). Dat is goed voor zo’n 150 euro per maand.
Ja, zowel winkels die sluiten als winkels die openblijven kunnen voor hun personeel tijdelijke werkloosheid aanvragen. Krantenwinkels die hun personeel tijdelijk werkloos moeten stellen, kunnen een beroep doen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. De RVA maakt daarbij geen onderscheid meer tussen een volledige en een gedeeltelijke sluiting. Het maakt dus niet uit of je de tijdelijke werkloosheid aanvraagt omwille van economische redenen (onvoldoende klanten) of wegens overmacht (de gezondheidsrisico’s van Corona). De RVA zal alle aanvragen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht automatisch aanvaarden als je als winkelier COVID-19 als reden doorgeeft. Deze versoepeling geldt sowieso tot 30 juni 2020.
Een specifieke situatie is die waarbij je personeel ziek wordt. Gebeurt dat tijdens de tijdelijke werkloosheid dan moet je als werkgever geen gewaarborgd loon betalen en krijgt je werknemer een arbeidsongeschiktheidsuitkering via het ziekenfonds. Wordt hij of zij ziek voor de tijdelijke werkloosheid, dan moet je slechts gewaarborgd loon betalen tot en met de dag vóór de start van de tijdelijke werkloosheid. Daarna komt opnieuw de arbeidsongeschiktheidsuitkering van het ziekenfonds in het vizier.
Ook de aanvraagprocedure verloopt in tijden van Corona eenvoudiger. Je dient als werkgever slechts één formulier in te dienen (bij de RVA) waarop de gegevens staan die nodig zijn om de uitkering te berekenen en te betalen.
Bevoegde instantie: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid der Zelfstandigen (RSVZ)
Wie mensen in dienst heeft, kan de betaling van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid voor het eerste en tweede kwartaal van 2020 uitstellen tot 15 december.
Krantenwinkels kunnen bij de RSVZ een minnelijk afbetalingsplan aanvragen als ze economische moeilijkheden (fors minder omzet, onmogelijkheid om maatregelen als social distancing na te leven,…) ondervinden om de RSZ-bijdragen te betalen. In dat geval kan je maandelijks afbetalen gespreid over maximum 24 maanden. De forfaitaire vergoedingen, toeslagen en interesten voor laattijdige betalingen zijn geheel of gedeeltelijk vrijgesteld als je alle verschuldigde sociale RSZ-bijdragen hebt betaald.
Via de RSZV, maar de aanvraag diende te gebeuren voor 31 maart 2020 om voor het eerste en tweede kwartaal van 2020 een uitstel van betaling te krijgen. Wie voor 15 juni 2020 een aanvraag doet kan wel nog voor tweede kwartaal van 2020 een uitstel van betaling krijgen.
Bevoegde instantie: FOD Financiën
Krijg je minder klanten over de vloer en loopt de omzet van je krantenwinkel sterk terug, dan kan je een aantal fiscale maatregelen genieten. Voorwaarde is dat je kan aantonen dat je economisch wordt getroffen door COVID-19. Heel concreet kan je dan om een gespreide betaling vragen zonder boetes of nalatigheidsinteresten (tot en met 30 juni 2020) van de personenbelasting, vennootschapsbelasting, BTW en bedrijfsvoorheffing.
Ja, je krijgt automatisch uitstel van betaling van twee maanden voor de BTW en bedrijfsvoorheffing zonder boetes of interesten. Voor de BTW geldt dit voor de maandaangiftes van februari 2020 (termijn verlengd tot 20 mei) en maart (termijn verlengd tot 20 juni) en voor de eerste kwartaalaangifte (termijn verlengd tot 20 juni 2020). Voor de bedrijfsvoorheffing is dit haast identiek, al liggen de nieuwe deadlines hier wat anders (13 mei voor de aangifte van februari en 15 juni voor die van februari en de kwartaalaangifte).
Voor de personenbelasting en de vennootschapsbelasting krijg je 2 maanden extra de tijd om te betalen zonder aanrekening van nalatigheidsintresten. Dit geldt voor de afrekening van de belastingen van het aanslagjaar 2019.
De nieuwe termijnen gelden automatisch.
Bevoegde instantie: uw bank
De overheid en de banksector hebben een akkoord gesloten over de betaling van kredieten die je als winkel lopen hebt bij je bank. Ondernemingen en zelfstandigen die voor de coronacrisis levensvatbaar waren, krijgen uitstel van betaling voor alle lopende leningen tot 30 september.
Ja, op voorwaarde dat ze levensvatbaar waren voor de crisis. Dat betekent heel concreet dat je geen betalingsachterstand had of dat die zich beperkte tot minder dan 30 dagen. Onder andere UNIZO bekritiseerde deze definitie al en merkt op dat wie net even in moeilijke papieren zat, maar wel nog toekomst had, hierdoor uit de boot valt. De organisatie vraagt een meer individuele benadering en beoordeling.
Voor nieuwe kredieten van maximum een jaar willen de banken een belangrijk deel van de verliezen op zich nemen. Het gaat om 3 procent van de totale portefeuille aan nieuwe kredieten. UNIZO toonde zich hierover tevreden, maar “hoopt dat de banken zich met deze voorwaarden in de praktijk ook voldoende bereid zullen tonen om effectief die noodzakelijke nieuwe kredieten te verlenen.”
Via uw kredietverlener.
Bevoegde instantie: uw verhuurder
Onder andere grote winkelketens deden al een oproep om retailers die sluiten geen huur te laten betalen. Een echte regeling kwam bij het te perse gaan van Radar echter nog niet uit de bus.
Voor veel krantenwinkels is het betalen van de huur van een gesloten winkel allesbehalve evident. UNIZO raadt uitbaters aan om je verhuurder te contacteren en te zoeken naar een minnelijke en haalbare oplossing. Bijvoorbeeld een vermindering van huurgelden of een opschorting ervan voor de duur van de crisis, gecombineerd met een verlenging van het contract.