Na een eigen onderzoek heeft VFP in samenspraak met Unizo het advies uitgebracht om de forfaits niet af te schaffen. De FOD Financiën had eerder aangekondigd de forfaitaire belastingregeling met ingang van 1 januari 2020 af te schaffen. Het onderzoek bij krantenwinkels en hun boekhouders leverde interessante argumenten op tegen de afschaffing. “Dit is discriminatie van de kleine zelfstandige krantenwinkels”, concludeert VFP uit de analyse.
In april maakte de FOD Financiën duidelijk dat het van plan was om krantenwinkels die tot nu toe gebruik maakten van de forfaitaire BTW-aangifte te doen overstappen op een normale belastingregeling. Dat betekent concreet dat winkels een dagboek van ontvangsten en een inventaris moeten bijhouden. Financiën voorzag wel een overgangsperiode tot 31 december 2022, maar liet de regeling al in werking treden op 1 januari 2020.
Het plan stropte echter toen de FOD Financiën op vraag van Unizo besloot om over het plan advies in te winnen bij de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO. De Hoge Raad pleitte in een eerder advies van 27 maart 2018 al voor het behoud van de forfaitaire BTW-regeling. Om haar nieuwe advies te staven, nodigde de Hoge Raad de betrokken federaties zoals VFP uit om hun standpunt bekend te maken.
Een poll van Radar leerde dat een grote meerderheid van de respondenten geen afschaffing wil. VFP contacteerde daarop de winkeliers die aangaven gebruik te maken van de forfaits en vroeg een analyse door een onafhankelijk deskundige bij de betrokken boekhouders. Het advies steunt op contact met dertig boekhouders.
De poll bij RADAR lezers leerde al dat een grote meerderheid van de uitbaters (75%) de forfaits wil behouden. Bij de boekhouders is dat beeld nog scherper: 79,2% vindt dat het systeem met de forfaits best blijft. Als de regeling toch zou verdwijnen, vraagt de meerderheid (80% van de respondenten) een uitdoofscenario van minstens drie jaar, 25% vraagt zelfs langer dan vijf jaar. De boekhouders die de regeling het liefst zien wegvallen (een minderheid van 21%) stelt dat de forfait bedoeld was voor ondernemers met weinig opleiding waarvoor rekenen en administratie te zwaar waren. Zij stellen dat wie vandaag in die situatie zit, beter niet onderneemt. VFP ziet dit als een arbitraire en harde positie die mensen met andere talenten dreigt uit te sluiten.
De antwoorden van de boekhouders leverden vijf argumenten op die VFP deden besluiten om tegen de afschaffing te pleiten.
Boekhouders verwijzen naar de houding van de FOD zelf. Ambtenaren die het bij een controle niet eens zijn met de boekhouding en de ondersteunende stukken grijpen zélf terug naar het forfait als referentie. Zal er bij afschaffing van de forfaits dan meteen een ambtshalve aanslag volgen?
De FOD Financiën noemt toepassing van het forfait marginaal omdat ‘slechts’ 525 perswinkels het toepassen. Maar dat is één op drie van de onafhankelijke krantenwinkels in Vlaanderen. Dat is dus lang niet marginaal.
Het antwoord van de boekhouders en accountants op de vraag ‘voordelig of nadelig’ is niet eenduidig. Wat zeker is: de FOD gebruikt systematisch té hoge coëfficiënten voor onder andere persproducten en tabak/sigaretten. We leggen dat even uit met enkele cijfers:
Waarom is dit zo belangrijk? Pers en tabak vormen samen afgerond 38% van de omzet van een gemiddelde winkel, wat staat voor 546.000 euro. Kleine winkels halen gemiddeld 30% minder omzet, wat neerkomt op 382.000 euro. De FOD Financiën rekent daarop 7,7% en 33% voor tabak en pers. Dus gaat de FOD uit van een winst van 44.400 euro op de genoemde omzet. De echte winstmarge is afgerond slechts 32.240 euro, of 12.100 euro te veel. Dat is winst die er niet is, maar wel belast wordt. Het nadeel van de forfaits is dus door de FOD georganiseerd door gebruik van foute coëfficiënten.
Om nadeel te ontlopen, pleit de FOD Financiën voor een kas- en voorraadadministratie. Wat wereldvreemd is want niets garandeert uitbaters dat de FOD ook dat systeem niet zal ‘organiseren’ naar een hogere aanslag toe. De gedwongen stap naar een duurdere volledige administratie wijst daar alvast op en ook de FOD en interpretaties (verwerpingen bijvoorbeeld) spelen daarin een rol. Laten we dat even concreet maken.
Een extra argument om de forfaits niet af te schaffen, is de aard van de verkoop in een krantenwinkel. Meer dan 80% van de omzet (84,5 % in 2018) gebeurt met producten die naar verkoopprijs én handelsmarge volledig buiten de invloed van de winkelier vallen: Nationale Loterij, tabaksproducten en pers. Die verkoop én winst is op basis van de commissies en de verplichte verkoopprijzen perfect kenbaar én controleerbaar voor de FOD. Waarom zelfstandige winkeliers naar een zwaardere administratie dwingen voor amper 16% van hun omzet? De afschaffing van het forfait maakt volgens 75% van de accountant de administratie voor de kleintjes inderdaad opmerkelijk zwaarder.
Het afschaffen van de forfaitregeling discrimineert de kleine zelfstandige krantenwinkel die zelf onderneemt, omdat hij of zij dat liever doet of gewoon niet elders voor betaald werk terecht kan. De argumenten van de FOD Financiën snijden volgend VFP dan ook geen hout: