Op 29 september was het precies tien jaar geleden dat de Nationale Loterij haar digitale speelplatform e-lotto onder de doopvont hield. Het platform telt intussen meer dan 1,1 miljoen spelersrekeningen en is goed voor een vijfde van de omzet van de Nationale Loterij.
Toen de Nationale Loterij tien jaar geleden van start ging met de digitale variant van haar klassieker Lotto, onthaalden de dagbladhandelaars de lancering met de nodige scepsis. Zou het initiatief kannibaliseren op het spelen via de krantenwinkels? Tien jaar en meer dan 1,1 miljoen online spelers later (1.172.751 spelersrekeningen om precies te zijn), zien we e-lotto nog vaak opduiken in reacties van winkeliers over de redenen voor hun dalende cijfers. Terecht of niet? “Van de e-lotto-spelers speelt 70% ook in de ‘fysieke’ verkooppunten”, stipt de Nationale Loterij aan in het persbericht waarmee het de tiende verjaardag viert. In totaal gaat het om 692.979 actieve spelers (in 2019). Daarvan spelen dus net geen 500.000 dus ook in de dagbladhandel en doet iets meer dan 200.000 dat nooit.
De bijna 700.000 actieve spelers zetten in 2019 gemiddeld 73,46 keer een bedrag van 5,34 euro in via e-lotto. Op die manier was het online speelplatform vorig jaar goed voor een omzet van 271 miljoen euro (271.839.307 euro). Dat is een vijfde van de 1,4 miljard euro omzet die de Nationale Loterij in 2019 realiseerde. Het persbericht preciseert trouwens dat het aandeel van e-lotto op dit moment in 2020 al is doorgegroeid van 20% naar 22%. De Loterij stipt vooral aan dat ook online de kleine bedragen de norm blijven. “Of het nu gaat om een digitaal of een ‘fysiek’ verkoopkanaal, de filosofie van de Nationale Loterij blijft dezelfde: een groot aantal spelers dat met een relatieve frequentie kleine bedragen inzet. Deze filosofie maakt onze spelen van nature uit verantwoordelijk. Dat is onze identiteit, ons DNA.”, verduidelijkt Jannie Haek, Gedelegeerd Bestuurder van de Nationale Loterij.
Met 20% omzet uit e-lotto bevindt de Nationale Loterij zich bovendien bij de Europese koplopers. “Gemiddeld scoren de Europese loterijen, met uitzondering van de Scandinavische landen, 12 à 13% van hun omzet via het digitale kanaal. Wij zitten dus echt wel in het koppeloton”, verheugt Jannie Haek zich. Hij wil er echter wel meteen aan toevoegen dat de Nationale Loterij hierdoor niet de intentie heeft om haar haar traditionele distributiekanaal te verwaarlozen. Hij verwijst naar de uitbreiding van dat netwerk. “Integendeel, wij hebben nog nooit zo veel fysieke verkooppunten gehad. Eind 2018 telde de Nationale Loterij 7.319 verkooppunten, of een proximiteitsnetwerk dat nog nooit zo verspreid was over het hele land”, zegt hij. “Het digitale netwerk en het fysieke netwerk versterken elkaar. Zo valt de functie van onze App, waarmee een speler te weten kan komen of hij heeft gewonnen door een speelticket te scannen dat hij in een verkooppunt heeft gekocht, heel erg in de smaak: deze toepassing werd al bijna 20 miljoen keer gebruikt.”
Dagbladhandelaars tonen zich niet altijd positief ten opzichte van digitale varianten van hun aanbod. Maar klopt dat beeld? We polsen ernaar in een enquête die u hier kan invullen.