Dagbladhandels over de Coronacrisis

Van de ene dag op de andere vernamen veel winkeliers vorige week dat ze dit weekend niet zouden openen. Anderen konden dat als broodjeszaak wel. We polsten naar de reacties.

Dagbladwinkel De Markt (Vlezenbeek): “Toelating voor zowel brood als pers via de politiecommissaris”

“Ik heb mijn zaak zaterdag geopend”, begint Bruno Devuyst zijn verhaal. “In mijn statuten staat dat ik een gemengde zaak heb. Enerzijds ben ik perswinkel, anderzijds koude bakker. Dat is bij de notaris zo vastgelegd en dat heeft mij geld gekost. Dus vind ik ook dat ik daar nu ook de voordelen van mag genieten.”

“Overigens lijkt het mij niet correct dat de grootwarenhuizen en de tankstations wel persproducten mochten blijven verkopen en wij niet. Op zaterdagmorgen ben ik gewoon door AMP op de normale manier beleverd. Wat moest ik dan doen? Die pakken kranten laten liggen? Zaterdag heb ik ook de politie over de vloer heb gehad. Ze vroegen mij of ik wel pers mocht verkopen, gezien de maatregelen. Na contact met hun commissaris heb ik officieel de toelating gekregen om zowel brood als pers te verkopen.”

“Ik heb wel alle begrip voor de maatregelen die men momenteel neemt. Ik probeer zoveel mogelijk mijn toestelletje van bancontact te ontsmetten en ik zorg er ook voor dat de klanten zo snel mogelijk bediend worden.”

Bredakrant (Merksem): “Gesloten uit burgerzin”

“Natuurlijk heb ik mijn winkel dicht gedaan”, zegt Filip Hebb. “Ik heb geen moment getwijfeld. Dat doe ik omdat ik meen dat iedereen toch een beetje burgerzin aan de dag moet leggen. En uiteindelijk doe ik het ook als bezorgde vader en grootvader.”

“Natuurlijk is het een beetje zuur dat supermarkten en tankstations wel persproducten mogen verkopen in het weekend, maar anderzijds is het ook zo dat wij, als we onze winkel sluiten, nu ook een vergoeding mogen vragen. Iets wat ik ongetwijfeld ga doen.”

“Maatregelen in de winkel? Ik heb hier een potje ontsmettende gel staan, ja. Maar de mensen uit elkaar houden is echt niet nodig, ik heb deze morgen (maandag, GR) slechts vier klanten over de vloer gekregen. Bovendien heb ik het gevoel dat de mensen automatisch wel verder uit elkaar gaan staan, in alle handelszaken.”

’t Gazetje (Riemst): “Begrijp niet dat tankstations wel pers mogen verkopen”

“Natuurlijk heb ik mijn zaak open gehouden”, zegt Guido Coenegrachts. “Ik ben mijn zaak meer en meer gaan beschouwen als een broodjeszaak en minder en minder als een krantenwinkel. Want met wat je de dag van vandaag nog aan pers verdient …”

“Ik heb tevens mijn licht opgestoken bij de gemeente en ik heb van de burgemeester de toelating gekregen om ook kranten te verkopen. Als die het zegt, zal het wel mogen, zeker? Trouwens, ik wil niet heiliger doen als de paus. Als AMP mij hier de gewoonlijke bakken met kranten komt leveren, dan is het toch ook wel logisch dat ik die ga verkopen, of niet? Ik heb het er ook heel moeilijk mee dat tankstations wel alle pers mogen verkopen tijdens het weekend. Het lijkt me niet logisch dat zij ons dan gedurende minstens drie weken, misschien meer, klanten gaan afsnoepen. Ik begrijp dat er maatregelen moeten genomen worden, hoe zuur die ook zijn voor heel wat mensen, maar dan moet de wet wel gelijk zijn voor iedereen.”

“Of ik maatregelen neem naar hygiëne toe in mijn zaak? Tja, afstand houden lijkt mij niet echt nodig, want er komen nog amper klanten over de vloer.”

Krantenwinkel (Oostakker): “Vreemd dat er gewoon kranten werden geleverd”

“Er is lange tijd onduidelijkheid geweest of we al dan niet mochten openblijven op zaterdag”, aldus Marc Vander Cruyssen. “Er is lang onderhandeld, maar uiteindelijk is er pas vrijdagavond zekerheid gekomen.”

“Ik heb op geen enkel moment overwogen om mijn laars te lappen aan de maatregel. Vooreerst omdat ik besef dat de situatie ernstig is. Bovendien is er toch ook de premie die we mogen – en zullen – aanvragen. Eigenlijk was ik best verwonderd dat die premie zo hoog uitviel.”

“Dat er een aantal collega’s hun zaak openhielden omdat zij ook broodjes verkopen, vind ik een beetje belachelijk en wrang. Ten slotte is dat voor hen toch slechts een bijproduct.”

“Het was wel vreemd dat we gewoon werden beleverd met kranten. Ik heb dan ook een uurtje rond gereden om mijn abonnees van hun krant te voorzien. Als de uitgevers ook volgend weekend blijven leveren, dan is dat een service die ik wil uitbreiden.”

“In mijn winkel kan ik nauwelijks hygiënische maatregelen nemen. Ik zou graag een potje ontsmettingsgel aanbieden, alleen, ik geraak er niet meer aan. En nog iets, uiteindelijk zijn wij als verkoper toch de grootste risicopatiënt?!”

GT Service (Waanrode): “Niet meer dan vijf klanten tegelijk”

“Wij verkopen ook broodproducten”, aldus Roger Goethuys. “Wij hadden voor zaterdag een belangrijke bestelling geplaatst van brood en gebak en ik zou dus niet weten waarom we die niet aan de man mochten brengen. Wat de persproducten betreft, bestond er grote onduidelijkheid. Ik zou niet weten of ik hiervoor toelating aan de burgemeester had moeten vragen. Ik weet immers niet of die bevoegd is in die materie.”

“Anderzijds lijkt het mij ook vreemd dat wij zaterdag gewoon beleverd zijn geworden van pers, terwijl we dat blijkbaar volgens de letter van de wet niet mochten verkopen. En het is toch discriminerend dat supermarkten en tankstations dan wel gewoon kranten mochten verkopen.”

“Ik denk ook niet dat ik de collega’s die zuiver een perszaak hebben en dus consequent gesloten zijn gebleven, tekort heb gedaan. Hun klanten keren de maandag toch terug bij hen.”

“Vreemd was het wel dat er ook verwarring ontstond bij de klanten. Vrijdag zijn er heel wat mensen komen hamsteren in rookwaren, omdat ze dachten dat we toe gingen zijn het weekend. Dat had als gevolg dat er hier bij momenten soms mensen op mekaar stonden gepakt, wat toch zeker niet de bedoeling kan zijn.”

“In mijn zaak hangt een berichtje om niet met meer dan 5 mensen tegelijk de zaak binnen te gaan, wat de mensen opvolgen en ik maak ook gebruik van handgel.”